Omdat Maarten, Margreet en Theo Rikken een aantal keren samen naar de volksmuziekstage in Gooik gingen, werd de wens geboren om ook een soort van stage in Nederland te organiseren.
Dat moest toch mogelijk zijn...
Samen met Lonnie Janssen en Arno Broere werd er enthousiast begonnen met organiseren. De eerste Trek er es Uut was geboren en werd ten doop gehouden op de Horst, in de Slenk, 25-26-27 mei 1990.
Er waren die eerste keer vier docenten:
De laatste kwam jaren trouw op zijn fiets en de eerste bivakeerde al een nacht eerder in Groesbeek.
Er werd twee jaar gekampeerd op de minicamping ‘de Populier’, al waar de trein van Nijmegen naar Kleef vlak langs het terrein denderde, de kinderen het hele weekend in de kippenschuur bivakkeerden, we ons konden wassen in een fontein buiten op het kamperterrein en er speciaal een toiletwagen was neergezet. De camping was een behoorlijk eindje lopen van ‘de Slenk’, maar dat was geen probleem. De vier jaren daarna kampeerden we op het korfbalterrein en het terrein van de voetbalvereniging en van de handboogschietvereniging.
Daar hadden we ook het gebruik van de kleedruimten. De kindergroep verhuisde naar de lagere school. Het eerste jaar was het ongelooflijk schitterend weer.
Diezelfde eerste keer was er op zondag geen brood voor het ontbijt. Dit zou zich 14 jaar later nog een keer herhalen. Toen werd het opgelost door de buren, bakker Oomen, uit zijn bed te bellen. Deze heeft, we weten niet waar overal vandaan, broden op de kop getikt en ze verwarmd...we hebben niet zitten eten, maar zitten vre....
Het waren net taartjes.
Er werd die eerste jaren ook door ons zelf gekookt. Omdat het aantal deelnemers nog niet zo groot was kon Irene Jessee dat doen. Ik wil niet zeggen makkelijk, maar wel erg lekker. De eerste twee jaren gebeurde dat in een marktkraam, met geleende spullen van het Canisius College.
De kraam werd achter ‘De Slenk’ neergezet.
De volgende drie jaren mochten we de keuken van ‘Werkenrode’ gebruiken. De reactie van de kookstaf was dat het beter en sneller werkte, maar dat ze de muziek wel erg misten. Per toerbeurt zijn er toen mensen gaan spelen in de keuken. Dan waren ze niet zo alleen zonder muziek.
Om drank zaten ze niet verlegen. In welke keuken dan ook, er zijn altijd twee flessen goede rode port te vinden. In 1992 was Mevrouw Gielen in het avondprogramma opgenomen. Zij speelde op de neusfluit. Let wel, niet zo’n plasic gevalletje waar je met je neus op kunt blazen, maar haar eigen neus. Een daverend succes.
Vanaf die tijd deed mevrouw Gielen heel veel voor Trek er es Uut. Ze organiseerde voor de toeristen wandelingen in natuurreservaat de Botterpot in de Bruuk. Verder organiseerde ze uitstapjes naar het museum en gaf, uiteraard, een cursus neusfluiten.
’s Avonds werd de schuifwand dicht gemaakt. Dan werd de ruimte wat gezelliger. Als dan de ruimte bij het podium te ongezellig groot werd omdat de verstandige mensen naar bed gingen, was de ruimte aan de andere kant van de schuifwand weer erg knus.
Kees de Waal was lid van de hardrock band ‘Montana Red Dog’ en zij repeteerden in ‘Red House’ beneden in ‘De Slenk’. Kees kwam elke avond, in eerste instantie om te repeteren maar later zat hij steeds meer boven aan de bar. Als je nu goed kijkt ligt hij of op het podium te slapen of hij werkt zich uit de naad om de geluidsversterking te doen, of de kinderen te helpen. (Al 14 jaar dus...)
Het 5-jarig bestaan is het laatste wat we in ‘De Slenk’ hebben gevierd. De deelnemers kregen een enorme taart aangeboden, er waren jubileumtasjes gedrukt (allemaal met verkeerde jaartallen) en Mark Söhngen gaf als extra een workshop Cajun in de grote zaal. Arie de Vries was hier zo van onder de indruk dat hij vond dat hij een workshop lepelen en klepperen moest geven. Dit was zo’n groot succes dat hij met het optreden van Captain Gumbo gewoon mee heeft gedaan. Zijn wasbord was na afloop helemaal, totaal versleten.
Vanaf 1995 tot 2000 hadden we ons onderkomen op de Nebo in Nijmegen, waar een ieder gewoon Groesbeek tegen zei. De Nebo was een geweldige lokatie.
Een mooi gelegen kampeerterrein, ongelooflijk veel lokalen, een echte danszaal en een prachtige toneelzaal. Douchen werd steeds gemakkelijk,want we hadden de beschikking over twee verschillende kleedruimten met douches, maar er was maar één toilet.
Het eerste jaar op de Nebo was het eerste en enige jaar dat er sprake was van een heus decor. Op het podium hingen namelijk de raampjes van de Hobbitstee-huizen. Deze werden gebruikt voor het kinderprogramma ‘De Hobbit’. Zoals iedereen nu weet, was de kindergroep hun tijd ver vooruit.
Het eerste jaar van de Nebo werd het slotwoordje door Theo Rikken op het podium gehouden, uitversterkt door Kees de Waal. Tenminste dat was de bedoeling. Theo deed vreselijk zijn best om over het gelach heen te komen. Kees lag gewoon op het podium te slapen en hij liet zich door geen officieel slotwoordje storen!!
Er is een jaar geweest dat de mensen niet zo enthousiast waren over het kampeerterrein. Dit lag niet zozeer aan het terrein als wel aan het weer. Het had onnoemelijk hard en lang geregend dat jaar, gelukkig met de nodige opklaringen tussendoor, maar voor sommige deelnemers betekende dat natte slaapzakken en soms nog erger.
Voor Trek er es Uut was het pad naar het kampeerterrein, wat een stuk lager lag, opnieuw geëgaliseerd. Na die verschrikkelijke buien is dat nog een keer gebeurd. Maar toch was het een enorm probleem om alle auto’s na het weekend weer naar boven te krijgen. Daan Langeveld heeft met de trekker verschillende mensen uit de modder getrokken onder het toeziend oog van een aantal ramptoeristen. Margreet was de eerste die er uitgebreid een stoel bij nam, maar anderen volgden al snel.
P.S. Daan mocht helemaal nog niet op de trekker rijden. Hij was te jong...
In het begin van Trek er es Uut op de Nebo was Kuindert Walther penningmeester. Hij heeft jaren zeer goed voor de centen gezorgd. Er was dan ook maar een keer dat hij zichzelf toch blijkbaar iets of wat belangrijker vond. Op een ochtend werd hij wakker en wat stond er voor zijn tent, naast de kater... de geldkist met alle centen van de vorige dag erin. (Kleinigheidje blijf je houden.)
Zoals de meesten van U wel weten, kon het erg laat worden. Zo zaten op een nacht Theo Rikken en Kees de Waal onder het genot van een Witteke nog na te keuvelen aan de bar. Theo vraagt aan Kees of hij de shag even aan wil geven. Kees kon er blijkbaar niet zo goed bij en geeft Theo de shagbuil tussen zijn tenen door. Theo kijkt erin en zegt vervolgens: “Nee, ik wil die andere!” en hij duwt het pakje weer tussen de tenen van Kees, die heel hulpvaardig het andere pakje aangeeft.
Intussen was Trek er es Uut zo groot gegroeid dat we niet meer zelf konden koken. Dit was geen probleem, we vonden een bedrijf dat de catering voor ons op zich nam. Dit is het enige jaar dat je de borden en het bestek niet kon vergeten. Het bleek echter niet zo’n succes. We kregen bedorven soep, de nasi was erg weinig ‘aangekleed’, de eerste dag kreeg je vork, lepel, mes, de tweede dag vork en mes, en de laatste dag kreeg je alleen nog een vork. Stond je achterin de rij, dan kreeg je van de Atjar alleen nog het zoetzure sap op je ‘kale’ nasi. Met andere woorden het was een regelrechte ramp.
Mensen hebben Theo zelden zo enorm kwaad gezien!!!!!!
Theo wilde voor het 10-jarig bestaan heel graag een varken aan het spit. Dit was erg moeilijk te organiseren en dus bedachten we het compromis van een barbecue. Hartstikke leuk dacht we met zijn allen. Probleem was, dat het vlees bevroren werd aangeleverd, dit eerst in de warmhoudkasten ontdooid moest worden, daarna nog gegrild moest worden. Het werd die avond erg laat.
En de tent die we er speciaal voor hadden opgezet is niet gebruikt. Het weer was veel te mooi. Ook voor het 10-jarig bestaan was Zakdoek uitgenodigd. Dit is het enige optreden geweest in al die jaren dat er niemand naar het toilet is geweest. Dit was ook het enige optreden dat er door een van de muzikanten aan Kees de Waal werd gezegd: ”Doe maar vanille!” Kees was namelijk al erg vaak naar het podium gelopen om iets aan de microfoon te veranderen.
Roger Watson en Charlie Piggot Charlie Piggot moest opgehaald worden op Schiphol. Margreet zou dat gaan doen, maar ze had Charlie nog nooit ontmoet. Gewapend met het programmaboekje waarin een foto en een bordje met de naam erop liep Margreet door Schiphol. Opeens komt er een reusachtige zwarte man voor haar staan, die met een enorm wit gebit zegt: ”That’s me!!!!”
Iedereen raakt wel eens wat kwijt. Charlie Piggot liet zijn hartstikke nieuwe schoenen op de oprit staan van de eigenaar van het hotel Rozenhof waar de docenten sliepen.
Rozenhof was vol en Charlie mocht in het huis van de eigenaar slapen. Daar liet hij de schoenen op de oprit staan. Ja, veel ‘genever’ en weinig slaap... Maarten Rikken moest ze de volgende dag naar Rotterdam brengen. Gelukkig is dit weer goed gekomen.
Christian d’Huyvetter was zo ook zijn zakmes kwijt. Hij was ervan overtuigd dat iemand het van hem ‘geleend’ had en het niet meer had teruggegeven. Dit was ook gemeld aan iedereen en iedereen keek goed rond om te kijken of ze het zakmes ook zagen liggen. Christian kon zijn neus nergens meer laten zien of mensen vroegen of hij zijn mes al terug had gevonden...
Tot de laatste dag Christian het zelf terug vond onder zijn luchtbed.
Er zijn ook mensen die wat vinden tijdens zo’n Trek er es Uut weekend. Er is bij voorbeeld wel eens een kind gevonden. De ouders en ook mensen van de organisatie wisten dat er een kind gelegd was in de theaterzaal waar ook het voetbalspel stond. Een aantal jongeren gingen laat op de avond even voetballen. Zij hadden niets gezien, maar het kindje had hen wel gehoord: Brullen!!! En even later werd er door Theo omgeroepen: “Er is een kind gevonden is de theaterzaal”.
En verder: Wietse-Pieter en Irina hebben elkaar ook gevonden op de Nebo.
Bonte avonden en nachten
Vanaf de tijd in de Nebo zijn er mensen die de laatste nacht niet naar bed gaan. De eerste nachtbrakers speelden ’s morgens de Fanfare. Karel van der Leeuw had dit meestemmig aangeleerd in zijn groep.
En natuurlijk werd er het laatste jaar op de Nebo een handgranaat gevonden in het bos door een stel kindren. Wij lichtelijk in paniek, maar de E.O.D. kwam niet eens opdagen.
Vanaf 2001 mogen we gebruik maken van het Kandinsky-college. Op 5 maart van dat jaar overleed Theo Rikken. Het werd van meerdere kanten een nieuwe start. Het was wennen aan de nieuwe omgeving maar ook aan een organisatie zonder Theo.
Vanaf de eerste keer op het Kandinsky hadden we de beschikking over warm en koud stromend afwaswater. Het warm stromend water van de douches was wel een probleem. Die waren namelijk meestal koud, behalve in 2003 (en hopelijk nu ook.)
In het Kandinsky deden we het eerste jaar ook ‘raar met je haar op zaterdag’ Mensen hadden de meest vreemde maar ook mooie haartooien ontwikkeld.
In 2003 nam Maarten Rikken afscheid. Omdat hij altijd de wekdienst voor zijn rekening nam, hadden we allemaal afgesproken om mee te gaan spelen met ‘Levend water’. Achteraf was het maar gelukkig dat niet iedereen begrepen had dat het de bedoeling was vanuit je tent mee te gaan spelen. Een aantal enthousiastelingen stonden Maarten al op te wachten en zetten de Kegelaar in in C. Anders hadden er velen niet mee kunnen spelen.
Wietse-Pieter en Irina schonken aan iedereen een fust bier na hun optreden met Amerant. Dit omdat zij elkaar 5 jaar geleden op Trek er es Uut hadden gevonden. Nu zijn zij weer aanwezig, getrouwd en met kind. Irina en Wietse-Pieter: Gefeliciteerd!!!!!! Namens alle aanwezigen op Trek er es Uut.
Cees Peek, een van de conciërges vond tijdens de eerste bijeenkomst van de vrijwilligers dat wij maar een rustig groepje waren, er gebeurde niets. Dit terwijl wij ons allemaal rot renden om alles op de rails te houden. Dit was dus niet wat hij bedoelde. Hij vond het vreemd dat we geen messen op deuren gooiden, zoals de acrobatengroep van het weekend daarvoor.
Cees is overigens al voor het derde jaar geen congiërge meer, maar hij zet zich nog steeds in. En er was de laatste keer weer geen brood op zondagmorgen.
Tot slot wil ik alleen nog kwijt dat het heel bijzonder is wat we allemaal met elkaar beleven tijdens dat Hemelvaartweekend, dat er altijd een geweldige sfeer hangt en ik hoop dat we Trek er es Uut nog vele jaren mogen beleven met z’n allen.